
Verdere opbouw van pensioen eigen beheer is vanaf 2017 niet langer mogelijk. Staatssecretaris Wiebes heeft het daartoe strekkende wetsvoorstel ingediend. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2017 in werking treedt. Inmiddels heeft de staatssecretaris echter aangegeven dat de formaliteiten voor het stop zetten van de opbouw uiterlijk 1 april 2017 moeten zijn vervuld.
Welke keuzes zijn mogelijk na stopzetten opbouw pensioen eigen beheer ?
Als de plannen doorgaan heeft de Directeur-grootaandeelhouder vanaf 2017 de volgende mogelijkheden met het pensioen eigen beheer:
- Af zien van een deel van zijn pensioen. Het wordt toegestaan dat de pensioenaanspraak wordt verlaagd tot de fiscale balanswaarde. Dit staat bekend als het zogeheten ‘afstempelen’ en kan zonder directe fiscale gevolgen.
- Na het afstempelen kan de DGA er voor kiezen het pensioen in zijn geheel af te laten kopen. Bij deze afkoop is wel loonbelasting maar geen revisierente (normaal 20% bij afkoop) verschuldigd. Om het afkopen te stimuleren komt er gedurende drie jaar een tegemoetkoming waarbij een deel van de afkoopsom is vrijgesteld.
Korting op grondslag | Belastbaar deel afkoopsom* | Belastingdruk** | |
2017 | 34,5% | 65,5% | 34% |
2018 | 25,0% | 75,0% | 39% |
2019 | 19,5% | 80,5% | 42% |
(*)Ter voorkoming van anticipatie-effecten wordt uitgegaan van de balanswaarde per 31 december 2015
(**) Afgeronde percentages uitgaande van het tarief van 52% over het belastbare deel van de afkoopsom.
- Valt de keuze niet op afkoop, dan kan de keuze vallen op omzetting van het pensioen eigen beheer in oudedagssparen in eigen beheer (OSEB). De pensioenverplichting wordt dan omgezet in een oudedagsspaarverplichting (OSV). Deze omzetting verloopt fiscaal geruisloos. Er is geen loonheffing of vennootschapsbelasting verschuldigd. Het is binnen oudedagssparen niet mogelijk nieuwe aanspraken op te bouwen. Wel vindt er oprenting van de OSV plaats. De oprenting vind plaats aan de hand van het u-rendement.Uitkeringen mogen in gaan 5 jaar voor de AOW-leeftijd. Belastingheffing komt pas aan de orde in de uitkeringsfase. De DGA kan vanaf zijn AOW-leeftijd gedurende twintig jaar uit de BV een gelijkmatige uitkering ontvangen. De DGA mag op elk gewenst moment de OSV geheel of gedeeltelijk om zetten in een lijfrenterekening bij een bank.
- De DGA is niet verplicht tot afstempeling, afkoop of omzetting. Hij kan alles bij het oude laten. Het tot 2017 opgebouwde pensioen eigen beheer wordt dan als het ware bevroren en verdere opbouw van pensioenaanspraken in eigen beheer is vanaf 2017 niet mogelijk. Dit is ook het geval als zijn partner weigert in te stemmen met afstempeling, afkoop of omzetting.
Financiele gevolgen van afstempeling en afkoop pensioen eigen beheer
De ‘afstempeling’
Bij afstempeling is de commerciële waarde van de pensioenverplichting (waarde in het economische verkeer) het uitgangspunt. Deze waarde is hoger dan de fiscale waarde. Dat heeft te maken met de fiscale waarderingsvoorschriften. Bij het afstempelen vindt verlaging van de opgebouwde pensioenaanspraken plaats tot de fiscale (balans)waarde. Als de commerciële waarde bijvoorbeeld € 900.000 is en de fiscale waarde € 300.000, dan heeft deze afstempeling tot gevolg dat de DGA 2/3 van zijn pensioen kwijt raakt. Met afstempeling geeft de DGA dus een fors deel van zijn pensioen prijs. De partner van de DGA zal dan ook moeten instemmen. Voor de BV pakt de afstempeling gunstig uit. De BV wordt immers ontslagen van een deel van zijn pensioenverplichting.
Fiscale gevolgen van afstempeling
Door de afstempeling, geeft de DGA een deel van zijn pensioen prijs. Dat prijsgeven zou normaliter gepaard gaan met heffing van loonbelasting (max. 52%) en revisierente (max. 20%). Door de aangekondigde tegemoetkoming van de staatssecretaris is geen loonbelasting en ook geen revisierente verschuldigd over het bedrag van de afstempeling. Omdat de waarde van de pensioenverplichting op de fiscale balans niet wijzigt, heeft de afstempeling geen gevolgen voor de vennootschapsbelasting.
Toch zijn er mogelijk indirecte fiscale gevolgen. Door de afstempeling zullen de aandelen in de BV in waarde kunnen stijgen. Een deel van de pensioenverplichting is immers vervallen. De DGA zal deze waardestijging van de aandelen bij verkoop van de aandelen in de BV kunnen realiseren. Een hogere opbrengst van de aandelen leidt tot een hoger inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2). Het inkomen uit aanmerkelijk belang wordt belast tegen een tarief van 25%.
Voorbeeld afkoop in 2017
Een DGA bouwt al sinds 2015 geen pensioen meer op. In januari 2017 besluit hij zijn pensioen af te laten kopen.
Commerciële waarde pensioen: | € 900.000 | |
Fiscale waarde pensioen ultimo 2015: | € 300.000 | |
Fiscale waarde ultimo 2016: | € 312.000 | |
Fiscale waarde ultimo 2015: € 300.000 x 65,5% = | € 196.500 | |
Surplus (312.000 – 300.000) = | € 12.000+ | |
Belastbaar: | € 208.500 | |
Verschuldigde Loonheffing (stel 52%): | € 108.420 |
Er is geen revisierente verschuldigd.
Wat zijn de financiële gevolgen van afstempeling en afkoop?
De DGA geeft bij afstempeling een deel van zijn pensioen prijs. Bij afkoop verdwijnt zijn pensioen zelfs helemaal. Dat betekent dat zijn inkomen na pensionering lager wordt. Als hij wil sparen voor zijn oude dag, dan kan hij pensioen opbouwen bij een pensioenverzekeraar of kiezen voor lijfrentebanksparen. De staatssecretaris noemt in zijn brief een derde mogelijkheid. Dit is het zogeheten ‘netto sparen’ in de BV. De in de BV gemaakte winsten die na de betaling van vennootschapsbelasting in de BV blijven, kunnen in een later stadium als dividend worden uitgekeerd, bijvoorbeeld ten behoeve van de oude dag. In dit kader is de in de brief aangekondigde wijziging in de vennootschapsbelasting van belang. Het voornemen bestaat om de eerste schijf in de vennootschapsbelasting (winst tot € 200.000 belast tegen 20%, daarboven tegen 25%) in 2018 te verlengen naar € 250.000 en in 2021 naar € 350.000.
De positie van de partner
In zijn brief gaat de staatssecretaris in op de vraag of de partner toestemming moet geven voor de afstempeling, de afkoop of de omzetting van het pensioen eigen beheer. Hij beantwoordt deze vraag bevestigend en wijst op de voor- en nadelen van het toestemmingsvereiste. Als de echtgenote weigert in te stemmen met afkoop of omzetting, dan wordt het pensioen in eigen beheer bevroren. Alles blijft dan bij het oude. Ook gaat de staatssecretaris in op de rechten van de partner bij echtscheiding. In de huidige situatie is de ex-echtgenoot beschermd door de wettelijke regeling van pensioenverevening. Na omzetting van de pensioenaanspraak in een oudedagssparen, is die bescherming verdwenen. De staatssecretaris geeft aan te willen bekijken of er voor oudedagssparen een soortgelijke bescherming als voor pensioen moet komen.
[ Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden ]
Laat een reactie achter